Het groeiplan

Op 16 september 2022 heeft het ministerie van LNV als indienend departement het aangepaste groeivoorstel Cellulaire Agricultuur ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Dit voorstel is in samenwerking met het bestuur van de stichting en het bredere CA consortium tot stand gekomen. Hieronder lees je het plan op hoofdlijnen. Voor verdere verdieping op het plan nodigen we je graag uit voor een gesprek

 

Groeiplan

Dit groeiplan voor het Nationaal Groeifonds heeft als doel om het Nederlandse cellulaire agricultuur ecosysteem een flinke impuls te geven op de pijlers onderwijs, onderzoek en opschaling. Centraal gecoördineerd via de Cellulaire Agricultuur Nederland Stichting, in samenwerking met het ministerie van LNV, wordt er de komende acht jaar een integrale aanpak uitgerold die ten doel heeft voldoende gekwalificeerd CA personeel op te leiden, fundamentele en toegepaste CA kennis te ontwikkelen en opschalingsfaciliteiten beschikbaar te maken voor CA bedrijven.

 

Wat verstaan we onder een ecosysteem?

`Een lange termijn en doelgerichte samenwerking waarin relevante partners bijdragen aan een gedeeld en organisatie-overstijgend belang. Een publiek-privaat ecosysteem benut de kracht van alle aanwezige partners. Door verschillende organisaties binnen het CA-ecosysteem te betrekken, ontstaat een complete kijk op de uitdagingen van deze sector in ontwikkeling. De onderlinge samenhang binnen de organisaties zorgt voor snellere en betere oplossingen voor alle stakeholders.`


Afgeleid van definitie opgesteld door Kirkman

 

Dit voorstel is een aanscherping op de voorwaardelijke en gedeeltelijke toekenning van de NGF-adviescommissie op het initiële CA groeifonds voorstel, ingediend op 31 oktober 2021.

Sinds het schrijven van het initiële plan zien we dat de CA-sector in het buitenland zich snel ontwikkelt. Dit is gunstig, omdat daardoor de markt zich kan gaan ontwikkelen en economische- en milieuvoordelen eerder gerealiseerd kunnen worden. 

Dit voorstel beschrijft het plan dat Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven in de CA-sector nog aantrekkelijker moet maken. Met een totale eenmalige impuls van €60 miljoen van het NGF en additionele cofinanciering ter waarde van €24,8 miljoen, verwachten we: 

  • in 2050 €1,25 tot 2,0 miljard per jaar incrementeel verdienvermogen te genereren;
  • in 2050 1.76 tot 1,83 megaton CO2-eq. en 19,7 tot 14,7 kiloton ammoniak per jaar extra te voorkomen.

Een integraal activiteitenplan voor de periode 2023 tot en met 2030, waarin private partijen, onderwijsinstellingen en overheden samenwerken, is uitgewerkt en klaar om van start te gaan. De stichting CAN coördineert, in afstemming met het ministerie van LNV, en zet in op sectorontwikkeling en outreach. De belangrijkste activiteiten binnen dit plan zien er als volgt uit:

Beantwoording gestelde voorwaarden

In dit aangepaste plan wordt er op de volgende manier voldaan aan de voorwaarden gesteld door de commissie: 

  1. Meer betrokkenheid en toezegging van cofinanciering van private en publieke partijen en betere onderbouwing van de additionaliteit op bestaande financieringsbronnen.

Het nieuwe plan levert meer duidelijkheid in cofinanciering door private en publieke partijen. Hoewel cofinanciering in deze jonge sector en specifiek op onderwijs, onderzoek en opschaling minder eenvoudig te realiseren is, dan in een meer volwassen sector waar al producten op de markt zijn, wordt er €24 miljoen geïnvesteerd in de komende 8 jaar vanuit onderwijs- en kennisinstellingen en private partijen. Er is daarnaast een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van additionele financiering vanuit bestaande subsidieregelingen. Daaruit blijkt dat het huidige subsidielandschap niet goed aansluit bij de brede CA-sector ontwikkeling die dit plan voor ogen heeft.

  1. Heldere governance structuur en samenwerking tussen de onderdelen onderwijs, onderzoek en opschaling. Breder consortium met meer betrokkenheid van relevante kennisinstellingen.

De governance structuur is verder uitgewerkt, met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden. De samenwerking tussen de onderdelen onderwijs, onderzoek en opschaling is uitgewerkt in het werkplan en geborgd in de governance door gezamenlijke coördinatoren. Het consortium (15 partijen bij eerdere indiening) is ondertussen actief verder verbreed tot een open community (nu 38 partijen en 20 lopende gesprekken). Open calls zijn er voor alle kennisinstellingen, in samenwerking met NWO. De Adviescommissie had naast deze voorwaarden ook vragen over de maatschappelijke acceptatie en marktontwikkeling en wilde meer internationalisering zien. Hiervoor krijgt de stichting een “kennisverspreiding en voorlichting” team.

  1. Uitwerken van een plan dat duidelijk gericht is op “spillovers” en het inzetten op de brede toepasbaarheid van de technologie richting andere sectoren zoals de medische en materialensector.

De bedoeling van het groeiplan is vanaf het begin af aan geweest om CA zo snel en breed mogelijk als gehele sector te laten groeien, breder dan alleen de ontwikkeling van CA-vlees en CA-zuivel. We houden de focus op deze twee producten voor een vliegende start, maar de drie werkstromen houden automatisch in dat er veel aandacht is voor kruisbestuiving naar aanpalende markten (bijv. medische of biomaterialen) of producten (bijv. vis of eieren). Werkspoor Onderwijs zal talenten ontwikkelen die binnen alle CA-sectoren terecht kunnen. Werkspoor Onderzoek zal kennis opleveren die op congressen en via publicaties gedeeld wordt in de gehele wetenschappelijk wereld, en werkspoor Opschaling zal infrastructuur opleveren die per definitie breder gebruikt wordt dan voor alleen CA-vlees en CA-zuivel.

    Samengevat

    Dit nieuwe CA plan is tot stand gekomen door een optimale herverdeling en prioritering van activiteiten binnen de aangepaste begroting vanuit het NGF, rekening houdend met de gestelde voorwaarden en met als doel het behalen van een maximale impact per activiteit. Met definitieve goedkeuring van het plan wil het consortium zo snel mogelijk aan de slag om de CA-sector in Nederland stevig op de kaart zetten als internationaal epicentrum van bedrijvigheid, leiderschap en ondernemerschap in deze duurzame, innovatieve en diervriendelijke voedselproductie.